Oudervervreemding

Waarom een kind een ouder afwijst dient altijd feitelijk onderzocht te worden. Daarbij zijn er twee alternatieve scenario’s: (1) de afwijzing is gerechtvaardigd vanwege bepaald gedrag van de afgewezen ouder ten opzichte van het kind, en (2) de afwijzing is het gevolg van een haatcampagne van de andere ouder. Dit laatste wordt in de wetenschappelijke literatuur oudervervreemding (parental alienation) genoemd. Er bestaan ook mengvormen, waarbij een combinatie van (1) en (2) speelt. Het is van groot belang om als onderzoeker in deze complexe zaken onpartijdig te blijven en je niet te laten meeslepen door emoties.

In Nederland wordt de term ouderverstoting veel gebruikt om oudervervreeminding aan te duiden. Wij vinden oudervervreemding een betere vertaling van de term alienation, omdat het woord ‘alien’ verwijst naar het woord ‘vreemde’. De andere ouder wordt als het ware een ‘vreemde’ gemaakt. De term verstoting betekent letterlijk afwijzing, maar zegt nog niets over de reden van die afwijzing. In bepaalde gevallen verstoot het kind de andere ouder vanwege de manier waarop deze ouder het kind behandelt. Er kunnen legitieme redenen zijn (zoals kindermishandeling) waarom een kind weigert om contact te hebben met een ouder, en deze gerechtvaardigde afwijzing moet niet worden verward met oudervervreemding.

Een uitgebreid forensisch-diagnostisch onderzoek van alle betrokken gezinsleden, met gebruikmaking van collaterale bronnen, is noodzakelijk om de redenen voor de afwijzing van een ouder door een kind te bepalen. Dit is zeer complex onderzoek. Richtlijnen zijn onder andere te vinden in: The art and science of child custody evaluations en Parenting plan & child custody evaluations.